Verschillen tussen zaaien en doorzaaien

Eind februari/begin maart, wanneer de zon terugkomt en de bodemtemperatuur boven de 8 °C stijgt, kan men beginnen met zaaien of doorzaaien. Het is belangrijk om te weten dat de timing afhangt van de geografische ligging en de bodemomstandigheden van uw tuin. Bij doorzaaien gaat men, in tegenstelling tot nieuw zaaien, uit van een reeds bestaand gazon.

Bij zaaien is er nog geen gazon aanwezig. Men begint met het voorbereiden van de grond door deze los te maken en te egaliseren. Daarna worden de zaden gezaaid, rekening houdend met de door de producent aangegeven hoeveelheid per m². Om het werk te vergemakkelijken kan een strooiwagen worden gebruikt of kunnen de zaden met de hand volgens een schaakbordpatroon worden verspreid. Dit is ook belangrijk voor de latere bemesting. Om te voorkomen dat zaden en mest verloren gaan door wegwaaien of door vogels worden opgegeten, strooit u gazonaarde over de zaden en harkt u alles samen ongeveer 1–2 cm diep in de grond. Voor een egaal oppervlak moet het gazon vervolgens worden gewalst en daarna bewaterd.

In het geval van doorzaaien is het gazon al aanwezig en is de eerste stap om het te maaien en daarna te verticuteren. Vervolgens kunnen de graszaden worden gezaaid. Om ervoor te zorgen dat het zaad goed aanslaat, wordt aanbevolen om het te ondersteunen met een meststof. Lerava Starter is een speciaal ontwikkelde universele meststof die onder andere de weerstand van de planten versterkt en de wortelgroei verbetert.

Maaien

Maaien controleert de vegetatie en bevordert de groei. Beide factoren zorgen voor een dichtere grasmat en dus voor een mooier gazon.

Wanneer het gras een groeilengte heeft bereikt die ongeveer het dubbele is van die in de wintermaanden, kan de eerste maaibeurt plaatsvinden (meestal eind maart). Elk gazon mag maximaal tot 1/3 van de huidige hoogte worden ingekort. Een aanbevolen grashoogte ligt tussen 4 en 6 cm, ongeacht het seizoen. Als er te kort wordt gemaaid, droogt het gazon snel uit; bovendien versterkt vaker maaien het gazon.

Belangrijk: zorg er altijd voor dat uw grasmaaier is uitgerust met scherpe messen. Hier vindt u hoogwaardige grasmaaiermessen die compatibel zijn met alle modellen van de belangrijkste merken.

Verticuteren

Is er in uw tuin tijdens de wintermaanden mos en vilt ontstaan, of wilt u de bodemstructuur van uw gazon verbeteren?

Dan is verticuteren zinvol. Verticuteren betekent het openkrabben van de grasmat. Het bevordert de beluchting van de bodem en helpt ongewenste tussenliggende begroeiing te verwijderen. Idealiter verticuteert u in een schaakbordpatroon. Zo kunnen lucht, water en voedingsstoffen de wortels van het gras weer bereiken. De juiste verticuteermachine kunt u huren of kopen bij Agricenter Spitaler.

Walsen

Als uw tuin in een zeer winderig gebied ligt, kan walsen helpen om wegwaaien te voorkomen.

Bemesting

De weersomstandigheden, het bodemtype, de gebruiksintensiteit en het type meststof beïnvloeden de juiste bemesting.

Het is belangrijk om regelmatig te bemesten, op droog gazon en bij voorkeur voor de eerste keer direct na het verticuteren. Bemesting voorkomt uitputting van de bodem en de daaruit voortvloeiende remming van de plantengroei.

De eerste bemesting vindt plaats na het doorzaaien of zaaien in het voorjaar en moet minstens 3 keer per jaar worden herhaald met producten die specifiek zijn afgestemd op het seizoen.

In ons assortiment vindt u meststoffen die speciaal voor elk seizoen zijn ontwikkeld, om mogelijke schade door een tekort aan voedingsstoffen te voorkomen.

Irrigatie

In principe wordt er geïrrigeerd van maart tot oktober. Vóór het begin van de winter wordt het irrigatiesysteem leeggemaakt. Het gazon wordt daarom van oktober tot februari niet beregend.

Ongeacht het seizoen moet het gazon vroeg in de ochtend worden bewaterd, zodat de planten en het gras overdag goed kunnen opdrogen en schimmelziekten kunnen worden voorkomen. 2–3 keer per week water geven is voldoende, ongeacht bodemtype en seizoen.

Na het zaaien en doorzaaien moet de irrigatie tijdelijk worden verhoogd tot ongeveer 1–3 keer per dag, omdat het jonge gras nog geen diepe wortels heeft om water uit de bodem op te nemen. Na verloop van tijd kan dit worden verminderd tot 2–3 keer per week.
Het beste moment om het gazon te besproeien is tussen 02:30 en 09:00 uur ’s ochtends. Het gazon mag niet worden bewaterd tijdens de warmste uren van de dag.